Als er voor de bevalling al klachten zijn, is het van belang om goed met de verloskundige of gynaecoloog door te spreken hoe de bevallingshouding het beste zou kunnen plaatsvinden. Een bevalling verloopt meestal probleemloos maar er kunnen zich natuurlijk allerlei ongemakken voordoen die direct of jaren later pas klachten gaan geven. Een knip of een scheur is bekend en deze zal netjes gehecht worden. Soms kan een scheur echter ontstaan in de richting van de anus of zelfs door de anus heen. We spreken dan van een subtotaal- of een totaal ruptuur. Deze zal gehecht worden, vaak op de OK. Het is van groot belang dat deze vrouwen vanaf 6 weken na de bevalling onder begeleiding van een geregistreerd bekkenfysiotherapeut gaan trainen om problemen met ontlastings incontinentie in de toekomst (soms pas na de menopauze) te voorkomen. Ook vrouwen die kinderen krijgen met een tangverlossing of een vacuümpomp doen er goed aan begeleiding van een geregistreerd bekkenfysiotherapeut te krijgen vanaf 6-8 weken na de bevalling. De bekkenbodem is bij die vrouwen per definitie beschadigd. Kinderen die zwaarder zijn dan 8 pond vormen ook een risico op bekkenbodemschade en zeker als het eerste kind zwaarder is dan 8 pond. Deze bevallingen gaan ook vaak gepaard met een langere uitdrijvingsfase. Langer dan 1 uur persen levert ook schade aan de bekkenbodem op. Heeft u bij eerdere zwangerschappen last gehad van urineverlies tijdens de zwangerschap neem dan al contact op met ons voor begeleiding en advies. Klachten van bekkenpijn na de bevalling zijn in eerste instantie niet abnormaal. Het lichaam heeft een zeer groot herstellend vermogen en de natuurlijke tijd die nodig is om te herstellen kan met therapie ook niet versneld worden. Indien de klachten blijven bestaan is begeleiding gewenst. Maar bovenal; geniet van kraambed en baby.
Om te kijken of er problemen zijn of kunnen ontstaan kunt u onderstaand schema doornemen: